Fysiek en mentaal was dit het voor mij:
- Ik had geen kracht meer. Een wasmand de trap opdragen, lukte niet. Mijn eigen zoon naar boven dragen als hij moe was. Ging niet. Ik had geen kracht, geen energie.
- Mijn zoon moest naar school gebracht worden en ook al ben je met twee, mijn man kon niet altijd helpen hierin. Dus, deed ik het maar zelf. Doodmoe, vaak zelf gewoon in mijn pyjama. Laarzen erboven, een dikke jas en een muts op zodat je niet kon zien dat ik gewoon uit bed was gerold.
- Overmatig zweten bij het minste dat ik deed. Net alsof ik een marathon had gelopen. Mijn lichaam toonde op alle mogelijke manieren dat ik opgebrand was.
- Eenvoudige beslissingen nemen, zoals “Wat gaan we eten?” “Wie gaat de kleine ophalen?” lukten mij niet. Het was alsof mijn hoofd vol met watten zat.
- Naar de winkel gaan, publieke plaatsen bezoeken. Dat was een ramp! Ik kreeg al een paniekaanval van er gewoon maar aan te denken, laat staan het dan nog te doen ook. Oh nee….
- Iets doen samen met vrienden. Leuk! Zal ontspannend zijn. Nee, toch niet. Want ik deed me beter voor dan ik me effectief voelde. Ik deed teveel mijn best om hen goed te ontvangen. En vaak betrapte ik er mij op, dat ik naar de keuken ging om toch maar niet te praten, want dat ging gewoonweg niet. En als ik dan luisterde naar wat ze te vertellen hadden, lukt dit ook niet. Mijn aandacht was volledig versplinterd. Ik was daar wel, maar mentaal was het alsof ik op een andere planeet zat.
- Ik vergat van alles, kon me niet concentreren. Een boek lezen, 10x dezelfde regel lezen want ik begreep gewoon niet wat er stond.
- Niets wou ik doen. Als iedereen me nu maar gewoon met rust kon laten. Slapen, heel veel slapen. Uren heb ik geslapen overdag. Inhalen, want s ’nachts lag ik klaar wakker, te piekeren, en ik geraakte maar niet in slaap. En de micro slaapjes van overdag, daar voelde ik me suf van en hielpen me ook niet om te recupereren.